Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dan zult [17]gij vernederd worden, gij zult uit de aarde spreken, en uw spraak zal uit het stof zachtjes voortkomen; en uw stem zal zijn uit de aarde [19]als van een tovenaar, en uw spraak zal uit het stof piepen. 17. O stad Jeruzalem; dat is, gij inwoners van Jeruzalem. 18. Stil, nederig, zwakkelijk, of uwe spraak zal diep en nederig zijn, gelijk dergenen, die in een put of gracht liggen. De zin is: Gij zult tot zulk een ellendigen staat gebracht worden, dat gij nauwelijks zult durven spreken of uw mond opendoen om u te beklagen. Anders: zal lager zijn dan het stof. 19. Of, van een tovergeest, waarzeggenden geest. De tovenaars en die vanwege den duivel dengenen, die hun om raad vragen, antwoorden, zijn gewoon denzelven stilletjes en onverstandiglijk te antwoorden, met een duistere verwarde stem, als uit een hol der aarde voortkomende. Zie Lev.19:31, en hfdst.8 vs.19.